Vijftien jaar na verschijning van
het eerste deel is Neil Gaimans The Sandman uitgegroeid tot
niet alleen een begrip in de comicwereld, maar ook daarbuiten.
De volledige reeks is verkrijgbaar in tien prachtige bundels
en inmiddels is de moderne klassieker een vruchtbare bodem
gebleken voor allerlei spin-offs die voortbouwen op Gaimans
verhaallijnen, personages en concepten. Niet slecht voor een
serie die van start is gegaan als een experiment waarbij weliswaar
werd gewerkt vanuit de structuur van een superheldencomic,
maar waarbij de grenzen telkens werden verlegd buiten de traditionele
kaders.
In de eerste zeven nummers, die samen
een afgerond en coherent geheel vormen, maken we kennis met
Dream, ofwel Sandman. In zichtbaar verzwakte staat wordt de
beschermheer van de droomwereld in het jaar 1916 per abuis
gevangengenomen door de op onsterfelijkheid en ongekende macht
jagende magiër Roderick Burgess, die zijn zinnen eigenlijk
had gezet op Dreams oudere zus Death. Dream, die niet ingaat
op de eisen van twee generaties Burgess, zit ruim zeventig
jaar gevangen, wachtend op een onoplettendheid van zijn overmeesteraars.
Eenmaal weer vrij neemt hij wraak op de zoon van de oude Burgess,
waarna hij terugkeert naar een tijdens zijn absentie in hoog
tempo vervallen droomrijk. Om orde op zaken te stellen, gaat
Dream op zoek naar de drie door Burgess gestolen voorwerpen:
zijn buidel slaapzand, zijn helm en zijn droomsteen. Deze
queeste voert hem achtereenvolgens naar de magiër John
Constantine, de gevallen engel Lucifer en de psychopathische
schurk Doctor Destiny.
Gaiman is in deze verhaallijn nog
duidelijk op zoek naar zijn eigen stem. Vooral in de eerste
helft valt hij vaak terug op de zekerheden van een ouderwetse
horrorcomic. Gesteund door de traditionele structuur van een
plotgedreven superheldencomic laat hij echter direct zien,
dat hij een eigen invulling aan de serie wil geven. Met een
mix van mythologische, historische en bizarre figuren wordt
al snel een complete wereld gecreëerd. Het is een wereld
die in eerste instantie krampachtig binnen het bekende DC
universum wordt gebracht, maar met het geleidelijk verdwijnen
van de superheldenstructuur wordt daar minder nadruk op gelegd.
Dat begint al bij het zesde deel, waarin de bezoekers van
een wegrestaurant vierentwintig uur worden gemarteld door
Doctor Destiny. Tegen die tijd worden de contouren van de
onderliggende thematiek van de serie zichtbaar en worden de
subplots gezaaid die later in de reeks van groot belang zijn.
Dat varieert van overduidelijk (de reis naar de hel en vervolgens
de confrontatie met Lucifer) tot uiterst subtiel (een verwijzing
naar de in haar coma verkrachte Unity Kinkaid).
Tekenaar Sam Kieth heeft de eerste
vijf delen voor zijn rekening genomen. Hoewel de combinatie
van artistieke vormgeving en zwierige stijl onmiskenbaar zijn
toen nog rauwe talent blootlegt, voelde Kieth zich als Jimi
Hendrix bij de Beatles, vandaar dat hij zijn geluk ergens
anders beproefde. Zijn plaats werd ingenomen door zijn inkter,
Mike Dringenberg, die de ronde elegantie van de eerste delen
verruilde voor een harde, bijna nonchalant krasserige tekenstijl.
Zowel Kieth als Dringenberg heeft het echter altijd vrij bescheiden
gehouden. Weinig overdreven poses, voornamelijk functionele
composities en boven alles respect voor Gaimans scripts. Beide
stijlen passen bovendien prima binnen de toen als horrorcomic
gepresenteerde serie, waarbij de verschijning van Dream (met
zijn bleke huid, donkere haar en zwarte kleding) een tijdloos
schot in de roos is geweest, zelfs in een tijd dat DC veel
meer waarde hechtte aan het verhaal dan aan de tekeningen.
The Sandman #1-7 vormt derhalve in
meerdere opzichten een inleiding op de rest van de memorabele
reeks. De periode van aftasten heeft in gebundelde vorm terecht
de titel 'Preludes & Nocturnes' meegekregen. Overigens
bevat die eerste bundel ook het achtste nummer, dat dankzij
de introductie van het populaire personage Death als keerpunt
in de geschiedenis van de serie kan worden gezien. Vanaf dat
moment speelt de diepere mythologie een grotere rol, wordt
de nadruk gelegd op de ontwikkeling van Dreams karakter en
wordt The Sandman meer een comic over het vertellen van verhalen.
In de eerste zeven nummers is het toch vooral traditie wat
de klok slaat. Traditie met een vleugje vernieuwing, een korreltje
durf en een brutale belofte dat dit slechts het begin is.
Gaiman heeft zich aan die belofte
gehouden. Met ieder nieuw nummer heeft hij de lezer een stap
verder meegenomen in een droomwereld van ongekende mogelijkheden.
En met ieder nieuw nummer heeft hij meer afstand genomen van
alle vaste waarden in de toentertijd door superhelden gedomineerde
markt. Een pionier, dus, die met deze eerste zeven vingeroefeningen
een revolutie op gang heeft gebracht en uiteindelijk aan de
wieg heeft gestaan van DC's Vertigo-lijn. Zoals gezegd, niet
slecht.
the sandman
#1-7
- dc comics (full color, 32 pagina's) door:
neil gaiman, sam kieth & mike dringenberg uitgegeven:
januari 1989 - juli 1989