Het coming of age, het volwassen worden
van de hoofdrolspeler en alle sociale en emotionele problemen
die daarbij een rol spelen, is een dankbaar onderwerp voor
veel boeken en films. In C.R.A.Z.Y. wordt dit onderwerp, door
de jaren heen toch wel verworden tot een platgetreden paadje,
op creatieve wijze gekoppeld aan muziek. Schrijver en regisseur
Jean-Marc Vallée schetst het verhaal van zijn hoofdpersonage
aan de hand van een soundtrack van de jaren zestig en zeventig.
Dat hoofdpersonage heet Zachary Beaulieu
(Émile Vallée, later in de film Marc André
Grondin). Zac is het vierde jongetje in het gezin met aan
het hoofd de strenge vader Gervais (Michel Côté),
voor wie muziek een belangrijke rol in het leven speelt. Het
is geen verrassing dat muziek ook voor Zac een grote rol speelt
bij zijn reis naar volwassenheid, maar op veel andere punten
maakt vader Beaulieu zich zorgen om zijn zoon, die geen echte
man wil worden. Aan de hand van de muziek van David Bowie
en de Rolling Stones ontdekt Zac het leven. Hij gaat naar
bed met zijn beste vriendin Michelle (Natasha Thompson), niet
omdat dat is wat hij voelt, maar wel omdat hij ondanks zijn
grote twijfels vooral niet de nicht wil zijn waarvan zijn
vader hem verdenkt.
De Canadese filmmaker Vallée
ontstijgt niet alle maar wel veel van de clichés van
de klassieke coming of age. Structureel komt dat door de fragmentarische
vertelstijl waarbij de muziek in feite meteen de lengte van
de scènes bepaalt, waardoor een prettig verteltempo
ontstaat. Inhoudelijk is het ook zeker de verdienste van de
cast, die op een lichtvoetige manier sociale onderwerpen aan
de kaak stelt, zonder belerend vingertje of wijze les. Bij
dergelijke films is het nadeel altijd, dat het verhaal toch
een verháál blijft en nooit heel diep op een
conflict in kan gaan. Het publiek kijkt van begin tot eind
mee in het leven van een familie, maar het eindpunt is kunstmatig.
Niet een conflict, maar een relatie
staat centraal in C.R.A.Z.Y. Het is de relatie tussen de vader
en de zoon, tussen wat een vader voor zijn zoon wil en wat
hij krijgt. Dat wordt met zo veel warmte en toewijding op
het scherm getoverd, dat het eigenlijk geen groot bezwaar
meer mag zijn, dat de rest van deze familie en dan vooral
de overige broers nauwelijks aandacht krijgt. Zij blijven
stereotypen. Maar met de juiste soundtrack zijn ook stereotypen
helemaal niet onaangenaam.