Gek hoe een schrijver zich jarenlang
onder de radar kan begeven. Of in elk geval onder mijn radar.
Want ik moet toegeven, dat ik nog nooit van je had gehoord
toen je een paar jaar terug aan de slag ging bij Marvel. Wist
ik veel dat je al een hele carrière in Groot-Brittannië
achter de rug had! Je moet het me maar niet kwalijk nemen.
Onze Hollandse cultuur is zo gericht op Amerika, dat we soms
vergeten dat ook aan de andere kant van de sloot veel goede
comics worden gemaakt. Uiteindelijk breken de talenten gelukkig
altijd wel door. Dat scheelt.
In jouw geval was ik hoopvol gestemd.
Een nieuwe Britse schrijver, een vers talent uit de kweekvijver
waar ook grootheden als Mark Millar, Garth Ennis en Grant
Morrison vandaan zijn gekomen. Ik bedoel, dat kan toch niet
missen? Ik had de slingers al opgehangen, de champagne stond
koud en ik had zelfs een fanfare met zo'n grote trommel en
een reusachtige trompet besteld. District X, je serie bij
Marvel, viel echter tegen. Met cliché op cliché
sloeg je binnen een paar nummers alle metaforen over mutanten
hartstikke dood. De fanfare heb ik moeten afbellen, alle slingers
heb ik bij het oud vuil moeten zetten en die champagne heb
ik aan een zwerver gegeven.
Niet veel later sijpelden de geruchten
binnen, dat de serie Spawn een nieuwe schrijver zou krijgen.
Mijn Spawn, mijn reeks, de comic die ik vanaf het begin heb
vertaald en intiemer ken dan mijn beste vrienden. Nou, dat
laatste is dan misschien niet waar, maar je snapt wat ik bedoel.
Sinds halverwege de jaren negentig eet, drink en slaap ik
Spawn. En de naam van die nieuwe schrijver? Precies, jij.
Ik kan me nog vaag iets herinneren van een rode waas voor
mijn ogen en een klein keukenkastje dat is gesneuveld. Eenmaal
bij zinnen besloot ik, dat ik je best een kans wilde geven.
Want ik had je nog nooit vertaald en dan kijk je altijd anders
naar iemands werk. Met je eerste nummers voor me op mijn bureau
ging ik aan de slag. Blikje fris erbij, pepermuntje in mijn
mond.
Twee uur later was ik al klaar. Dat
is een gemiddelde van dik twintig pagina's per uur! En het
ging absoluut nergens over. Het leek net of Todd McFarlane
je had verteld dat je vooral veel over maden in rottend vlees
moest schrijven en dat je verder vooral zo weinig mogelijk
tekst moest gebruiken. Jouw werk leek nog het meest op dat
van jouw voorganger Brian Holguin, maar dan een Brian Holguin
die lijdt aan terminale afasie. Ik vond het ronduit sneu.
Niet dat ik nee zeg tegen twintig pagina's per uur, maar er
zijn grenzen. Ik wil wel het gevoel hebben, dat ik een beetje
inhoud heb vertaald. Maar nee, met cliché op cliché
sloeg je ook hier alle Bijbelse metaforen hartstikke dood.
Mij is het wel duidelijk, niet alle
Britse talenten zijn automatisch goed. Net als niet alles
van de BBC automatisch goed is. Mijn portemonnee dankt je
uit de grond van zijn muntgeldvakje voor je heerlijke nietszeggendheid.
Mijn intellect draait echter bij jouw werk altijd verveeld
rondjes op zijn bureaustoel. En dat is zonde.