Vandaag nemen we afscheid van John.
Met zijn overlijden is de gouden eeuw definitief voorbij,
want precies twee weken terug was ik aan de andere kant van
het land bij de uitvaart van Chris Claremont, de man met wie
John in de jaren zeventig aan de wieg stond van de ongekende
populariteit van de serie Uncanny X-Men. Samen zorgden zij
voor een heuse revolutie, een revolutie in een tijd dat Frank
Miller en Alan Moore geen deuk in een pakje boter schreven
en jaren verwijderd waren van hun hoogtijdagen. John en Chris,
zij waren de echte revolutionairen.
Ik vind het sympathiek dat John zich
zo kort na het heengaan van zijn oude collega van kant heeft
gemaakt. Of is dat soms onkies? Kom op, we leven in de eenentwintigste
eeuw, dames en heren, dan moet zelfmoord bespreekbaar zijn!
Altijd dat gedoe met eufemistisch taalgebruik in de rouwadvertentie,
dat gedraaikont om de hete brij, nee, ik ben voorstander van
zeggen waar het op staat. Als John na de plotselinge dood
van de man aan wie hij vrijwel alles te danken heeft een eind
aan zijn eigen leven wilde maken, dan moeten wij dat respecteren
en niet verzwijgen. Dat zou hypocriet zijn. Daarom zal ik
u nu haarfijn uit de doeken doen waarom ik blij ben met Johns
keuze.
John was voor mij als een groot liefhebber
van kwalitatief goede comics mijn eerste liefde. John was
de eerste tekenaar van wie ik zijn naam herkende in de credits,
de eerste maker waar ik actief naar op zoek ging. Zijn werk
was realistisch, dynamisch en gedetailleerder dan wat andere
tekenaars op dat moment afleverden. Hij was een professional
in een tijdperk van hobbyisme, een vernieuwer, ja, een revolutionair.
Zelfs de slechtst geschreven comics kocht ik als zijn naam
op de cover stond. En op die manier heb ik trouwens ook een
paar prullen meegepakt waarvan John alleen de cover had getekend,
maar ach, dat was het risico van een onvoorwaardelijke aanbidder.
Want dat was ik. Alles wat John deed, vond ik goed. Ik aanbad
hem, als een tiener die wegdroomt bij muziek van een oppervlakkig
popidool.
Maar zoals gebruikelijk bij eerste
liefdes, ging het mis zodra de rook van de totale idolatrie
was opgetrokken. Pas toen zag ik in, dat Johns compromisloze
houding hem van het ene naar het andere ontslag leidde, zonder
dat hij ervan leerde. Tien jaar na dato tekende hij in precies
dezelfde stijl, schreef hij exact dezelfde archetypes. Twintig
jaar na dato ook. Op een gegeven moment werd dat zo sneu.
Het was voor zijn eigen bestwil dat ik John toen dumpte als
mijn idool. Ik weet zeker, dat zijn dood die duizenden andere
voormalige fans een lange reeks aan teleurstellingen bespaart.
Eigenlijk had hij al tien jaar eerder zelfmoord moeten plegen!
Vandaag nemen we dus afscheid van
John, de man die decennia bleef hangen in de jaren zeventig
en desondanks bleef denken, dat hij de beste schrijver en
tekenaar aller tijden was. Ik ben ontzettend blij dat hij
dood is. We zullen zijn achterhaalde broddelwerk niet missen.
Als u mij even excuseert, ga ik rennen, anders spijkeren de
nabestaanden mij hier spontaan op het kruis. Spreken op een
uitvaart is denk ik toch niet helemaal mijn ding.