Cartoon World te Arnhem. Als ik de
wandelgangen mag geloven, moet deze beurs de opvolger worden
van de Stripdagen in Den Bosch. Omdat ik bij zulke stellingen
altijd graag zelf de proef op de som neem, vertrok ik zaterdag
28 september richting het oosten van het land. Messageboardgenoot
Tim zou me die dag vergezellen, maar halverwege de treinreis
belde hij dat zijn trein niet reed en hij zijn heil moest
zoeken in door de NS ingezette bussen.
De reis zelf was weinig opzienbarend.
Voor het lezen van de comics van die week was het te druk,
vandaar dat ik luisterde naar een discussie tussen drie corpsmeisjes.
De één kreeg elke dag e-mail van iemand met
de duistere naam Jan-Jan, de ander belde naar een vriendin
die blijkbaar elders in de trein zat en de laatste kon haarfijn
uitleggen waarom ze haar vriend had gedumpt. Na een tijdje
wist ik niet of ik mijn schouders moest ophalen of moest grinniken.
Eenmaal op Arnhem CS maakte ik kennis met Maarten, een andere
bezoeker van het board, die ook met Tim had afgesproken. Tim
zelf was er nog niet en een telefoontje later werd duidelijk
dat hij voorlopig niet zou komen.
arnhem
:: beursvloer
In een Arnhemse trolleybus denderden
Maarten en ik richting De Rijnhal, waar we rond een uur of
elf de entree betaalden. Aangezien ik vorig jaar niet naar
deze stripbeurs was geweest, keek ik op toen ik zag dat het
om een sporthal ging, compleet met tribunes. Handig als je
na pittig slenteren wilt uitrusten. Daarbij gaven de tribunes
een leuk uitzicht op de gekleurde marktkraampjes. Onze eerste
ronde bracht ons bij de stand van Comicasa. Althans, ik wist
dat het die stand was omdat ik Robert achter de bakken zag
staan. Pas toen ik ernaar vroeg, werd de rode vlag opgehangen
en konden de bezoekers zien waar ze hun aankopen insloegen.
Het gebrek aan herkenbare stands was
een populair fenomeen. Bij meer dan de helft van de stands
was het onduidelijk om welke winkel of uitgever het ging.
Gelukkig ken ik veel standhouders, maar ik denk dat een ongeoefende
bezoeker door de bomen het bos niet meer zag.
Bij Comicasa doken Aart en Daya op
en tussen de bedrijven door spotte ik enkele andere boarddelinquenten.
Tegen de tijd dat we waren uitgepraat, was het al bijna twaalf
uur, vandaar dat het hoog tijd werd voor de rest van de ronde.
Van goedkope comics bij Silvester tot independent titels bij
Kapitein Rob, van de toen nog lege tafeltjes bij Stripster
tot de cursus Haags op het kleine podium, de sfeer was goed.
Het aantal stands met comics was groter dan in Den Bosch en
het aantal standhouders per vierkante meter was al helemaal
groter. Achteraf hoorde ik dat het wat verkoop betreft ietwat
is tegengevallen, maar ja, dat krijg je als je twee van zulke
grote beurzen in dezelfde maand hebt.
Rond half één belde
Tim dat hij binnen was. Op dat moment zaten Maarten, Aart,
Daya en ik aan de zijkant van de hal, waar allerhande versnaperingen
werden verkocht. Tim verkocht ik niets eetbaars: hij kreeg
een weeklydose shirt. Niet zomaar eentje, nee, de laatste
in de maat L. Bij deze gelegenheid werd niet stilgestaan,
want Tim wilde zijn eerste ronde maken. Systematisch doorkruisten
we de beursvloer, soms een praatje makend met bekenden. Tim
kocht wat, Maarten schafte een paperback aan en ik hield de
portemonnee gesloten. Een knorrende maag dreef ons halverwege
richting patatkraam. Op het moment dat Tim en Maarten de bestelling
plaatsten en ik op hun tassen bleef passen, kuierde boardgenoot
Bernard langs.
Hij had mijn shirt gezien, vandaar
dat hij zich wilde voorstellen. Dat hij de moderator van het
board voor zijn kiezen kreeg, had hij niet verwacht! Van verbazing
pakte hij een stoel en schoof hij aan. Vier man sterk kletsen
we er vervolgens op los. Het gesprek sprong van DragonBall
Z naar de comics die Bernard had gekocht en uiteindelijk kon
ik hem een T-shirt aansmeren. Later openden we de jacht op
goede comics en dito tekenaars. Die rit begon bij Chris Evenhuis,
die bij Incognito even aan het bijkomen was van het nieuws
dat één van zijn prints bij De Pionier stevig
had verkocht.
Terwijl Tim zoals beloofd zijn grote
map met tekeningen aan Chris toonde, bladerden Maarten en
ik door de stapels oude nummers van Incognito. Dat duurde
zo lang, dat ik uiteindelijk overging tot mijn eerste aankoop
van de dag. Tim en Maarten waren me voorgegaan en daar de
vaste kasbeheerder toevallig net spoorloos was, mocht Sjan
Weijers in plaats van met potlood en papier opeens met het
wisselgeld aan de slag. Zo'n bonte verzameling mensen vlakbij
de ingang trekt de aandacht. Ook Bernard bleef plakken, terwijl
hij uit bescherming van zijn bankrekening eigenlijk huiswaarts
wilde. Tot slot stelde Ali Kiris zich voor, één
van de mensen achter de Sandking studio. Dit soort ontmoetingen
maakt een stripbeurs leuk. Hoe heb ik vroeger als 'gewone'
bezoeker ooit acht uur in zo'n grote hal kunnen wandelen?
De volgende halte lag in het hart
van de zaal, waar we een babbel maakten met Romano Molenaar.
Zijn prints zagen er goed uit en de belangstelling voor een
schetsje was groot, dus diep kon het gesprek niet gaan. Verder
dan de onthulling "eigenlijk teken ik gewoon álles
na," kwam het niet. Hij kon weinig anders zeggen toen
ik hem heterdaad betrapte op het natekenen van een Hellboy
pin-up. Volgende keer moet ik een memorecorder meenemen; altijd
handig voor wat chantage.
Op de valreep kocht ik een strip van
Maaike Hartjes. Het was de prequel van het Grote Dagboekje
dat ik eerder dit jaar had gekocht, maar vreemd genoeg wist
ik niet van het bestaan af. Best jammer dat ik Maaike al ergens
anders had gezien en dat ze niet in deze stand zat, anders
had ik wederom kunnen vertellen dat ze het werkje niet hoeft
te signeren. Daar ga ik net zo lang mee door tot ze me een
keertje in haar dagboekjes verwerkt als 'die rare jongen die
geen tekening van me wil.' Tactiek!
Een ander staaltje tactiek voltrok
zich tijdens onze laatste stop bij Comicasa. Na uitgebreide
discussies begon Robert over de comic Jack Staff van Paul
Grist. "Heb je dat ooit gelezen?" was de vraag,
waarop ik ontkennend moest antwoorden. "Dan mag je deze
paperback meenemen, op voorwaarde dat je er binnenkort een
recensie voor de site over schrijft." Stilte. Slik. Vond
ik een goede deal. Tim merkte gekscherend op dat hij ook maar
eens een site moest beginnen en beduusd stopte ik de bundel
van ruim twintig euro in mijn tas.
Moe en voldaan lieten Tim, Maarten,
Bernard en ik ons per trolleybus weer naar het Centraal Station
rijden. Bernard koos een ander perron en aangezien tussen
Breda en Arnhem nog steeds geen treinen reden, boemelde Tim
mee richting Utrecht. De conclusie werd snel getrokken: Arnhem
is een beurs met mogelijkheden. Al is de locatie niet fantastisch,
het heeft wel wat en zoals gezegd, is het een pluspunt dat
hier in tegenstelling tot Den Bosch flink wat comics aanwezig
waren. Aan de andere kant gaat de beurs over méér
dan strips en dat leverde soms wat vreemde stands op. Wat
ook meetelt, is dat Juniorpress geen stand had. Ik merk dat
ik een beurs anders beleef wanneer ik tussen de bedrijven
door in een stand sta. Dan weten de mensen me te vinden, terwijl
het nu afwachten was wie ik tegen het lijf liep.
Mijn eerste keer Arnhem heeft geen
slechte indruk achtergelaten. Volgend jaar iets minder dicht
op de beurs van Den Bosch en wie weet...
cartoon
world - rijnhal, arnhem feeddate:
28.09.02