Er hangt een bh over de rugleuning
van mijn bureaustoel. Eerst lag hij op de grond bij het bed,
maar dat vond ik naast redelijk slordig ook wel een beetje
zielig. Vandaar dat ik hem heb verhuisd naar een plek waar
niemand bovenop hem kan gaan staan. Dat werd de bureaustoel.
Toegegeven, daar sta ik ook wel eens op, vooral als ik iets
van de bovenste planken van mijn bureau wil pakken, maar ik
sta nooit op de rugleuning. Die trucs laat ik liever over
aan circusartiesten bij wie de verzekering dat soort ongelukjes
wél dekt.
Het zou bovendien zonde zijn, dat
erop gaan staan, want het is een mooi exemplaar. In de twee
weken dat ik er nu tegenaan kijk, heb ik alle details uiteraard
goed bestudeerd. De zwarte stof is versierd met een patroon
van rode hartjes, de voorgevormde cups zijn afgezet met doorzichtig
kant en de voorsluiting is heel lief in de vorm van een hart.
Hij is zacht en stevig tegelijk, kortom, alles klopt. Ik weet
niet hoeveel hij heeft gekost, maar goedkoop kan het nooit
zijn geweest. Voor ik ga klinken als iemand met een voorliefde
voor het dragen van damesondergoed, hij is natuurlijk van
haar, zij met die mooie lach. Ze heeft de bh hier ooit laten
liggen en sindsdien wil ik hem wel altijd mee terug nemen,
maar vergeet ik dat telkens.
Bh's en ik hebben trouwens een vreemde
relatie met elkaar. We vinden elkaar wel interessant, maar
meer op een manier zoals een jongetje van een jaar of acht
een versnellingspook wel interessant vindt. Ik weet nooit
zo goed wat ik ermee moet. Met een bh. Dan voel ik me als
datzelfde jongetje van acht dat zijn verjaardagscadeau uitpakt.
Een jongetje van acht dat verstrikt raakt in de dertig rollen
plakband, terwijl hij toch vooral dat cadeau wil hebben.
Misschien is het ook een gebrek aan
ervaring of gewenning. Die puberperiode van het stiekem frunniken
onder elkaars kleren heb ik namelijk overgeslagen. Dat was
aan mij echt niet besteed. Ik hield me toen met heel andere
zaken bezig. Het gebeurde wel vaak genoeg dat ik langs het
fietsenhok op school liep en daar een jongen wanhopig zag
sjorren aan de bh-sluiting van een klasgenootje, maar dan
haalde ik mijn schouders op en ging ik verder met nadenken
over dat belangrijke proefwerk natuurkunde van volgende week.
Mijn laatste vriendinnetje droeg niet
eens bh's. Ze vond dat haar bescheiden A-cupje genoeg ondersteuning
kreeg door het dragen van hemdjes. Van die hemdjes met spaghettibandjes,
meestal gitzwart, maar soms ook knalroze en heel soms met
iets liefs erop geborduurd. Een paars hartje of een zonnetje
of een teddybeer. Het paste bij haar, want ze was een echt
meisjesmeisje. Dat was eerder dit jaar dus wel eventjes schrikken
bij haar, zij met die mooie lach, die vrouwenvrouw van de
wereld voor wie kleine strings en voorgevormde bh's vanzelfsprekend
zijn. Van mijn eerste schrik bekomen, ontdekte ik gelukkig
al vrij snel het godswonder dat luistert naar de naam voorsluiting.
Wie dat ooit heeft bedacht, is voor altijd mijn held.
Zo kan het dus gebeuren, dat zo'n
bh met voorsluiting momenteel over de rugleuning van mijn
bureaustoel hangt. Hij fascineert me. Niet alleen omdat het
een mooi exemplaar is of omdat bh's en ik altijd een vreemde
relatie met elkaar hebben, nee, hij fascineert me omdat het
iets heel intiems heeft. Want ik weet hoe hij haar stond toen
ze hem aanhad. Hoe hij toen aanvoelde. Hoe ik me toen voelde.
En zodra ik nu naar hem kijk, voel ik al die ervaringen en
emoties weer door mijn lichaam stromen.
Zie het als het tedere gevoel dat
je krijgt wanneer je een pasgeboren puppy aait. Met als het
grote verschil natuurlijk dat een bh niet blaft, niet om eten
bedelt en niet je hele huis onderpiest.
Er hangt een bh over de rugleuning
van mijn bureaustoel. Eentje met rode hartjes en doorzichtig
kant. Ik wil hem wel altijd mee terug nemen, maar ik vergeet
dat telkens. Eerlijk gezegd, vind ik dat niet eens zo erg.
Het is goed, zo. Want op deze manier is zij ook een beetje
bij me wanneer ze er niet is. En dat ontroert me.