Toen ik begin van deze maand ziek,
zwak en snipverkouden voor de televisie hing, heb ik binnen
een paar dagen zo'n beetje de hele gnomenkermis van de Nederlandse
beeldbuis voorbij zien komen. Het ene programma was nog veel
dommer dan het andere vluchtig in elkaar geknutselde wegwerpproduct
en ik vind het een beangstigend idee dat in Hilversum blijkbaar
contactgestoorde randdebielen rondlopen die hun geld verdienen
met het uit hun duim zuigen van dit soort magnetronamusement.
Eén ding viel me op: hoe vroeger
op de dag, hoe dommer de muts. Rond een uur of twee staart
een hyperactief kauwgomballentrutje blond de camera in. Naast
haar zweeft een aantal letters in beeld die samen de naam
van een bekende Nederlander vormen. Aangezien de helft van
de letters al vrolijk op de juiste plek staat, ziet iedereen
meteen dat het minister Brinkhorst moet zijn. Het arme schaap
blijft echter tien minuten in de camera blaten en wordt zelfs
boos omdat niemand met de goede oplossing belt. Al die tijd
blijft ze me wijsmaken dat ik één telefoontje
verwijderd ben van tienduizend gulden. Wat ze niet vertelt,
is dat die hoofdprijs er nooit uitgaat en dat ze pas iemand
aan de lijn krijgt als eerst tien minuten lang sneue stumpers
voor twee piek per gesprek de kas hebben gespekt.
"Als jij bij mij in de uitzending
komt en het goede antwoord geeft, ga jij naar huis met tienduizend
gulden." Opeens valt ze stil en een glazige blik maakt
zich van haar meester. Even denk ik dat haar strakke truitje
de bloedtoevoer naar haar hersenen afknelt, maar waar niets
zit, kan ook niets kapot gaan. "Wacht even, de jury corrigeert
me. Ik moet zeggen dat je káns maakt op die tienduizend
gulden." Waarschijnlijk heeft iemand achter de schermen
haar via haar oortje zojuist stijf gescholden omdat ze met
dit soort uitspraken weer gelazer met Justitie kunnen krijgen.
Hadden haar ouders geweten dat hun
vlees en bloed zich voor de camera onsterfelijk belachelijk
zou maken, dan hadden ze geen kinderen genomen.
Vreemd genoeg zie je in comics bijna
nooit kinderen. Wel als bijpersonages, maar niet als het kroost
van de hoofdpersonen. Dus geen zeverende baby's, jengelende
peuters of rondrennende kleuters. De meest prominente kleuter
uit de comicwereld is nog altijd Franklin Richards, maar geen
enkele schrijver van Fantastic Four weet er raad mee en uit
wanhoop hebben ze zelfs een keer een tiener van hem gemaakt.
Het tweede kind van Reed en Susan Richards kwam dood ter wereld,
de dochter van Peter en Mary Jane Parker is na de geboorte
ontvoerd en de zoon van Scott Summers en Madelyne Pryor keerde
dankzij een uitstapje naar de toekomst binnen de kortste keren
terug als de volwassen Cable. Baby's en comics gaan niet samen.
Een baby betekent voor een superheld
namelijk het eind van de carrière. Spider-Man vecht
voor zijn leven tegen Venom en opeens belt zijn dochtertje
hem met haar mobiele telefoontje dat hij vanochtend twee boterhammen
te weinig in haar broodtrommel heeft gedaan. Dat is niet echt
handig. Superman hijst zich net in zijn kostuum, zijn vrouw
vraagt of hij de kleine even naar de peuterspeelzaal wil brengen,
waarna het spartelende hoopje mens in één keer
zijn kostuum onderkotst. Zo kun je toch niet aankomen bij
de JLA? Batman lacht zich een beroerte. Bovendien is het niet
goed voor je zelfvertrouwen als je tegenstander met dichtgeknepen
neus wegrent omdat hij ruikt dat je elke avond tot aan je
oksels in de vieze luiers zit.
Geen enkele zichzelf respecterende
superheld die dat een maand volhoudt. Dan maar geen kinderen.
Misschien heb ik het mis. Misschien
hebben al die superhelden wel kinderen, maar zien we die nooit
omdat ze altijd voor dag en dauw naar de plaatselijke televisiestudio
afreizen en daar de gehele dag allerlei geestdodende spelletjes
presenteren. "Deze voormalige president van Amerika houdt
best wel van een sigaartje. Er staan al een heleboel letters
op de goede plek, maar iedereen zit waarschijnlijk te slapen
want we hebben nog geen winnaar. Pak die telefoon, want als
jij bij mij in de uitzending komt en het goede antwoord geeft,
ga jij naar huis met tienduizend gulden."