Ja, ik heb het tegen jou. Jij daar,
aan de andere kant van het beeldscherm. Niet schrikken, hoor.
Al kan ik het me wel voorstellen dat je vreemd opkijkt. Het
gebeurt nu eenmaal niet dagelijks dat je zomaar rechtstreeks
door mij wordt aangesproken in een aflevering van Pen Pal.
Die eer is doorgaans toch gereserveerd voor de crème
de la crème van de comicwereld, of, als je door mijn
sarcastische toon heen prikt, voor de uitgekotsten, de bekritiseerden
en de melaatsen van de comicwereld. En nu richt ik me tot
jou. Best heftig.
Toch acht ik het nodig. Dat ik me
even tot jou richt. Omdat je me misschien helemaal niet meer
zo goed kent. Het is al meer dan een jaar geleden dat ik voor
het laatst op deze plek van me heb laten horen en dik twee
jaar geleden dat ik überhaupt met enige regelmaat mijn
briefjes, mailtjes en faxen online zette. Last van een writer's
block had ik niet. Ik was ook niet ziek, ben niet geëmigreerd
naar Bolivia en ben evenmin in het diepste geheim ontvoerd
en als promotiestunt voor de Marvel crossover Secret Invasion
vervangen door een Skrull. Opperhoofd Joe Quesada heeft dat
laatste overigens wel aan me gevraagd, maar de onkostenvergoeding
was echt onmenselijk laag.
Maar wat was het dan wel, waardoor
ik zo lang onder de radar heb vertoefd? Ik hoor het je haast
denken. Dat is die band die ontstaat tussen schrijver en lezer,
die welhaast telepathische band waardoor ik weet dat je aan
het begin van deze alinea naar beneden hebt gescrold. Heel
creepy, hè? Hoe dan ook, ik was anderhalf jaar elders.
Geestelijk in elk geval en drie dagen in de week ook lichamelijk.
Ik was namelijk anderhalf jaar verliefd. 'Had je dan zo weinig
tijd voor het schrijven?' vraag je nu hardop, terwijl je met
je ene hand over je kin aait. Mijn antwoord? Nee. Natuurlijk
moest ik mijn weken tijdens de relatie anders indelen, maar
tijdgebrek had ik niet. Het was de verandering in mezelf,
een andere manier van observeren. En bovenal een andere prikkel.
Vooral aan het eind van die anderhalf
jaar relatie ging dat jeuken. Ik voelde me Spider-Man zonder
zijn spinneninstinct. Ik voelde me de Hulk zonder zijn paarse
broekje. Ik voelde me een comicpersonage van Rob Liefeld met
minder dan zesenvijftig tanden in zijn mond. Het halfjaar
nasleep, aan het begin van dit jaar, schudde stukje bij beetje
de schrijfprikkels wakker. En nu, gewapend met een paar dozijn
pagina's aantekeningen, sta ik aan de vooravond van een nieuwe
start. Want ik ga weer schrijven. Ik wil zo veel vertellen,
zo veel delen en verwerken, dat ik alle opengevallen gaten
in de columns en de Pen Pals ga opvullen. Het hek op de dam
maakt geen kans.
Op de datum die ik straks onder die
inhaalstukjes ga zetten, moet je verder niet letten. Dat is
meer voor mij. Want als iets niet is veranderd in de periode
dat wij elkaar niet hebben gesproken, dan is het mijn perfectionisme.
'Met een vleugje obsessief-compulsief,' hoor ik je mompelen.
Nee, voel je niet betrapt. En zeker geen excuses. Dat je dát
denkt, betekent enkel, dat je me toch nog beter kent dan ik
dacht. Dus kom, geef die menuknop maar een klik.