Jij was mijn eerste. Jij hebt mij
ontmaagd. Als vertaler, bedoel ik natuurlijk. Stiekem hoop
ik, dat die eerste zinnetjes je toch een klein beetje in paniek
hebben gebracht. Al was het voor hooguit een fractie van een
seconde. Een flits waarin jij jezelf al in de gevangenis zag
zitten na een slepende en breed in de pers uitgemeten ontuchtzaak
met die toentertijd minderjarige jongen uit het vreselijk
onzedige Nederland. Want minderjarig was ik. Toen ik mijn
eerste vertaling maakte, was ik zeventien. Ik had niet eens
een personal computer. Wel een stokoude Commodore 64.
Toen stond ik er niet zo bij stil,
maar ik had het veel slechter kunnen treffen. Ik heb collega's
gehad die voor hun allereerste vertaling aan de slag moesten
met het onvertaalbare prutswerk van Terry Kavanagh. Het is
een wonder dat ze hun computer niet direct van zes hoog op
straat kapot hebben gegooid. Jij bent gelukkig een schrijver
van de oude stempel. Jij doet gewoon aan interne logica, voor
jou is een opbouw met een begin, een midden en een eind heel
normaal en je werk als vaste schrijver van Amazing Spider-Man
en Avengers behoort tot mijn persoonlijke hoogtepunten van
de periode dat ik net serieus was begonnen met het sparen
van comics.
Als ik je vertel hoe ik toen te werk
ben gegaan, de dag dat ik mijn eerste Nederlandse deeltje
van Superman moest vertalen, lach je me ongetwijfeld uit.
Ik had geen computer op mijn kamer, op de stokoude Commodore
64 kon ik geen bestanden maken die ingelezen konden worden
door de computers bij de uitgever en mijn vader nam de laptop
alleen in het weekend mee naar huis. Zo kon het gebeuren,
dat ik op een rustige maandagmiddag na schooltijd aan mijn
bureautje zat en alles eerst in klad moest doen. Kladblok,
potlood, comic erbij en vertalen, maar! Vijftien jaar geleden,
maar als je mijn stukje zo leest, kan ik het je niet kwalijk
nemen als je denkt dat ik in het stenen tijdperk ben opgegroeid.
Soms kon ik later mijn handschrift niet meer lezen. Moest
ik die hele balloon opnieuw doen.
Over het verhaal kan ik me weinig
herinneren. Zelfs als ik het nu doorblader, voel ik niet veel
herkenning. Lex Luthor was als zijn eigen zoon teruggekeerd
in een gekloond lichaam, typisch het soort verhaal dat begin
jaren negentig om onverklaarbare redenen populair was, maar
voor het overige was het zo doorsnee, dat van dit verhaal
minstens dertien in een dozijn gaan. Technisch was het een
eenvoudig scenario, met weinig moeilijke teksten en niet zo
veel expositie in de balloons. De enige moeite had ik met
de door de Nederlandse uitgeverij gehanteerde voorkeurspelling.
Mijn docent Nederlands was ook niet blij toen ik 'succes'
ineens als 'sukses' ging schrijven.
Wat ontmaagding betreft, was dit ideaal.
Geen nachtmerries, geen psychisch trauma, niet een week lang
dikke koppijn. Met je veilige verhalen over veilige clichés
maakte je mijn eerste keer tot een fijne ervaring. Ik had
tussendoor gewoon tijd voor een spelletje Frogger op de Commodore.
En mijn huiswerk. En voor buiten spelen met mijn vriendjes.
En dat laatste was een grapje. Ik was zeventien toen ik je
vertaalde. Geen zeven. Kom nou.