Vandaag nemen we afscheid van Brian.
Hij is erg vredig heengegaan, zijn kale hoofd is netjes opgepoetst
en het zou hem deugd hebben gedaan dat zo veel mensen bij
zijn uitvaart aanwezig wilden zijn. Dat een zorgwekkend groot
deel van die mensen deze kerk betrad met spandoeken tégen
hem, zou hem niets hebben uitgemaakt. Wat dat betreft, was
hij al helemaal geïndoctrineerd door Joe Quesada en diens
mediatraining. Als iedereen maar veel over hem praatte, vond
hij alles best. Ik denk dat hij die nummers van Ultimate Spider-Man
met één lange monoloog ook expres schreef. Reacties
uitlokken.
Reacties uitlokken. Met die twee woorden
heb ik Brian volgens mij direct het best gekarakteriseerd.
Zo heb ik hem ook leren kennen. Het was begin jaren negentig,
hij timmerde aan de weg bij uitgeverij Caliber, maar werd
naar zijn zin te vaak genegeerd, vandaar dat hij links en
rechts pakketjes met comics opstuurde naar gezaghebbende recensenten
uit de comicwereld. En hebben we het over gezaghebbende recensenten,
dan hebben we het uiteraard over mij. Althans, als kwantiteit
iets zegt over kwaliteit, stak ik in die periode met maandelijks
meer dan vijftig geplaatste lezersbrieven met kop en schouders
boven de rest uit.
De envelop die hij mij op een dag
had gestuurd, bevatte alle delen van zijn miniserie A.K.A.
Goldfish. Tussen de comics vond ik een visitekaartje, met
daarop de tekst, 'Write me a damn letter! -Bendis!' Mijn eerste
reactie was, 'Wie is Bendis?' Want ik kende hem niet. Ik had
nog niet van hem gehoord. Ik kende die hele uitgeverij niet
eens. Ik schreef brieven naar Marvel, Image en DC Comics,
niet naar uitgeverijen die comics maakten die na twee keer
lezen spontaan uit elkaar vielen. Maar ja, omdat ik me nu
eenmaal altijd graag met comics laat omkopen, las ik Brians
werk en schreef ik hem een 'damn letter'. Daar was Brian blij
mee. Toen ik hem een jaar later ontmoette, in San Diego, had
hij van de hoofdredacteur bij Caliber gehoord waar ik was
en sprong hij enthousiast op mijn rug.
Brian was iemand die graag anderen
belachelijk maakte. Liefst publiekelijk op zijn brievenpagina.
Brian was iemand die vol zelfspot kon vertellen over zijn
vakanties waarin hij zeven dagen per week porno van internet
downloadde. Brian was iemand die de lezers het bloed onder
de nagels kon halen met die decompressie, zijn vertelstijl
van gestileerde dialogen die in herhaling vallen. Wie Brian
enkel kende van zijn werk, moet hem een irritant en zelfingenomen
mannetje hebben gevonden. Als ik me niet vergis, is dat ook
precies de tekst die ik hier op één van de spandoeken
heb zien staan. Maar dat was spel. Dat was schijn. Brian was
echt. Puur. Oprecht.
Vandaag nemen we dus afscheid van
Brian, de man die meer comics per week schreef dan ik ooit
brieven per dag kon schrijven. Zijn oeuvre is zo groot, dat
we de komende dertig jaar met een gerust hart elke dag een
oude comic van hem kunnen herlezen. Wij gaan hem niet missen.
Die mensen met die enorme spandoeken wel. Als kiespijn.