Vandaag nemen we afscheid van Robert.
Het is voor het eerst, dat mensen ter ere van Robert samenkomen
zónder dat hij daarbij zelf het woord neemt en een
lange speech afvuurt die met het verstrijken van iedere minuut
meer op een tirade lijkt. Sommigen zullen daar dankbaar voor
zijn, anderen zullen met weemoed terugdenken aan de keren
dat Robert hierdoor iemand anders, of zichzelf, in verlegenheid
bracht. Voor wie interesse heeft, vanmiddag wordt in zaal
2A een videocompilatie vertoond van Roberts beste toespraken.
Helaas heb ik Robert nooit persoonlijk
mogen kennen. Voor het grootste deel is dat mijn schuld, want
toen twee vrienden mij vlak na de eeuwwisseling elke week
lastigvielen met enthousiaste verhalen over een in mijn ogen
onbenullige en volslagen onbekende reeks genaamd Battle Pope,
heb ik hen recht in het gezicht uitgelachen. Ik wilde die
comics niet lenen, niet eens doorbladeren en toen een vriend
een keer stiekem een nummer in mijn rugtas had gestopt, heb
ik daar de open haard mee aangemaakt. Dat heb ik zo een tijdje
volgehouden. Ik zag Robert als een enthousiaste amateur en
hoopte, dat hij weg zou gaan als ik hem lang genoeg negeerde.
Nou, dat hebben we geweten. Want als
Robert iets nooit deed, dan was het weggaan als iemand hem
negeerde. Robert was het type dat na een afwijzing niet elf
maanden in een hoekje ging zitten janken, nee, Robert was
iemand die zich juist dan helemaal op zijn werk stortte en
kwam met iets wat weer beter en nog uitdagender was. Het duurde
drie jaar voor ik mijn fout inzag. Na één nummer
van The Walking Dead was ik om, ik was verkocht; ik wilde
alles van deze man lezen, ik wilde alles van hem hebben, desnoods
zijn liefdesbaby. En dat bedoel ik uiteraard op een mannelijke
en uiterst heteroseksuele manier. De vrienden die mij telkens
Roberts werk onder de neus hadden geduwd, hebben mij daarna
een jaar lang recht in mijn gezicht mogen uitlachen.
Voor bescheidenheid was Robert niet
in de wieg gelegd. Hij wist dat hij goed was en hij vond dat
anderen daar ook zo over moesten denken. Het gerucht gaat,
dat Robert ooit door Joe Quesada was afgewezen voor Marvel
Comics, maar dat hij Joe daarna zestig dagen lang midden in
de nacht heeft opgebeld met de vraag of Joe al van gedachten
was veranderd. Deze vasthoudendheid dwong respect af. Irritatie,
slapeloze nachten en een mislukt huwelijk, ja, dat óók.
Maar bovenal respect. Het zal voor de nabestaanden een geruststelling
zijn, dat Robert en Joe nu samen het hiernamaals verkennen.
Ik heb zo het idee, dat ze comics aan het maken zijn.
Vandaag nemen we dus afscheid van
Robert, de man die zijn jongensboek schreef en regisseerde,
die zijn droom liet uitkomen. Op verzoek van de familie blijft
de kist open. Voor het geval dat Roberts theorie over zombies
niet alleen fictie is. Dan zullen we hem niet missen, maar
naar hem uitkijken.