Iedereen die tijdens een doordeweekse
lunchpauze door het centrum van de stad wandelt, kent het
beeld. De man aan de gracht die uren met zijn handen op de
leuning van de brug staat en af en toe over zijn stoppelbaard
wrijft. De vrouw in het park die haar doorgelopen mascara
verbergt achter het piekhaar en op haar bankje een diepe zucht
slaakt. Als je goed kijkt, zie je hun lippen bewegen. Ze mompelen
iets, maar hun blik is zo eindeloos, hun gedachten zo peilloos
diep, dat communicatie onmogelijk is.
Het zijn columnisten, dat kan niet
missen.
Vroeger was het leven van een columnist
eenvoudig. Je pakte een onderwerp waarover je boos of verbaasd
was, schreef daar een grappig stukje over met een paar komische
dialoogjes en dat werd dan geplaatst. Een kind kon de was
doen. Anno 2004 is dat echter een flink stuk moeilijker geworden
en dat heeft verder niets te maken met het scheiden van bonte
en witte was, onleesbare wasvoorschriften in uitheemse talen
of het nieuwe beleid van de wasserette om de hoek, die zonder
ouderlijke begeleiding geen kinderen jonger dan zes jaar binnenlaat.
Nee, het leven van een columnist, dát is niet zo eenvoudig
meer als vroeger.
Het punt is namelijk, dat alles tegenwoordig
maatschappelijk geaccepteerd is. Kon je vroeger nog enigszins
verbaasd zijn over een tiener die bij de bushalte een mobiele
telefoon uit zijn broekzak haalde en zijn buurjongen vertelde
over wat Mark en Sandra in de grote pauze allemaal achter
het fietsenhok hadden gedaan, nu staat half Nederland met
zo'n ding in de hand bij de vleesafdeling van de plaatselijke
supermarkt en wordt snel even met het thuisfront overlegd
over het gewicht van de biefstukjes of de houdbaarheidsdatum
van de melk.
Sterker, als je morgen op het station
staat en de metro is te laat, dan is de kans aanwezig dat
een batterij volwassen mannen in een witte krijtstreep hun
telefoon uit de binnenzak haalt en kijkt hoe laat het is.
Sterker, als opa in het verzorgingstehuis vindt dat het tijd
is voor het eten, pakt hij zijn mobieltje en sms't hij naar
de zuster waar dat vreten blijft! Okay, de tiener bij de bushalte
heeft het nog steeds uitgebreid over wat Mark en Sandra in
de grote pauze allemaal achter het fietsenhok hebben gedaan,
maar zijn telefoon is inmiddels zo geavanceerd, dat hij zijn
buurjongen ook de foto's en video kan laten zien. De orgastische
kreuntjes van Sandra staan een uur later voor twee euro per
download op mijncooleringtones.nl.
Voor tatoeages en piercings geldt
hetzelfde. Ook dat is totaal geaccepteerd. Waar rebelse pubers
vroeger hun ouders stevig op de kast konden jagen met een
piercing door neus, tong of wenkbrauw, gaan vader en moeder
vandaag de dag gewoon mee. Een rode roos op de enkel van ma,
een strakke tribal op de bovenarm van pa en daarna met zijn
allen een gebakje bij de Bijenkorf. Een gezellig familie-uitje.
Als dat zo doorgaat, ben je over vijf jaar pas rebelpuber
wanneer je géén tattoo voor je verjaardag wilt.
De politiek, dan? Nee, schei toch
uit! De Nederlandse politiek zal de komende tien jaar niet
meer die vruchtbare bodem voor menig scherpe columns zijn
die het was ten tijde van Pim Fortuyn en het daaropvolgende
gestuntel van een vleugellam LPF. De Amerikaanse politiek
kan zelfs nooit meer tippen aan een president die live op
televisie zijn definitie moet geven van orale seks. Na de
lachwekkende praktijken, de hertellingen en hertellingen van
de hertelling van vier jaar geleden zijn de huidige presidentsverkiezingen
bovendien niet eens de moeite van het volgen waard. En na
11 september moet zo'n beetje de hele wereld vergaan voor
iemand daar nog een aangrijpende column uit kan persen.
In het tijdperk dat iedereen zich
suf sms't en zich dagelijks te pletter blogt, wordt de columnist
dus een uitstervend ras. De columnist kan zich nergens meer
over verbazen, zich nergens meer kwaad over maken. Hij heeft
gepiekt en is veroordeeld tot hangen over de leuning van de
brug of op het bankje in het park. Let maar eens op, de volgende
keer dat je tijdens je doordeweekse lunchpauze door het centrum
van de stad wandelt. Het kan niet missen.