De stemronde zit erop. Maandagochtend
maakt presentator Jamie S. Rich de uitslag bekend. Uit de
eerste poule van vier deelnemers hebben Jeph Loeb en David
Mack de minste stemmen gehad, zodat zij mogen vertrekken.
Het duo ruimt hun werkplek op en verzamelt de aantekeningen
voor de enkele pagina script van de Bad Writer comic die ze
moeten inleveren.
"Als jij nu de eerste pagina
doet," brabbelt Jeph met een vulpen tussen zijn tanden
geklemd, "doe ik pagina twee." David knikt, "Goed.
Dan kan ik de sfeer zetten. Net als in het echte leven is
het in comics belangrijk dat je de juiste spirituele stemming
gebruikt als een canvas voor diepgravende zelfexpressie. Spreekt
voor zich; dat doet immers iedere zichzelf respecterende schrijver."
Jeph veegt een denkbeeldig vuiltje uit zijn ogen. "Godsamme,
man, in de tijd dat je die zin uitspreekt, heb ik vijftien
pagina's af!"
Met onder hun arm een doos persoonlijke
spullen wandelt het tweetal richting de lift. Ze passeren
Chuck Austen en Stan Lee, die in de brainstormruimte van gedachten
wisselen over de X-Men. Geduldig legt Stan uit hoe hij begin
jaren zestig het team mutanten heeft bedoeld, maar Chuck is
vrij traag van begrip. "Dus Jean Grey is helemaal geen
nymfomane slet?" klinkt het ongelovig. "En de hormonen
van die mannelijke teamgenoten? Stond niet iedereen op springen?
Ze moeten tijdens hun gevecht met Magneto paarse koppen hebben
gehad!" Paars! Kleuren! Stan herkent zijn uitweg en vertelt
enthousiast over hoe de Hulk vroeger grijs was.
Grant Morrison heeft het gesprek vanaf
de gang gevolgd. Gniffelend kuiert hij in de richting van
de bullpen, waar hij Gail Simone, Greg Rucka en Fiona Avery
achter hun computer treft. Hij onderbreekt een levendige discussie
over op comics gebaseerde films. "Die ouwe wanker van
een Stan is weer bezig over zijn Hulk." Greg knipt met
zijn vingers en wijst naar Grant, "Hulk! Ja! Ook zo'n
kutfilm!" Gail grinnikt, "Hebben jullie dat anatomisch
correcte poppetje van de Hulk gezien? Dat is allesbehalve
kut, hoor!"
Over Tomb Raider kunnen de schrijvers
het echter niet eens worden. Fiona houdt vol dat de Lara Croft
uit de film goed in de buurt komt van de door haar geschreven
comics, maar Greg wijst dat van de hand. Tussen neus en lippen
door merkt Grant op, dat Fiona ergens gelijk heeft, "Die
comics van haar is net zo'n grote bak bollocks als die films."
Een dag later klinkt tegen lunchtijd
gevloek uit de postkamer. Brian Azzarello neemt poolshoogte
en ziet hoe Bill Jemas met zijn overhemd vast zit in het kopieerapparaat.
"Haal me hieruit!" schreeuwt Bill hysterisch. Zijn
getier galmt door de gangen en het duurt niet lang of Colleen
Doran steekt haar hoofd om de hoek, luttele seconden later
gevolgd door Gail en Chuck. "Heh, ik wist dat hij altijd
de stijl van andere schrijvers kopieerde, maar ik had geen
idee dat ik dat letterlijk moest nemen!" grapt Gail,
terwijl Brian kalm zijn attachékoffertje tevoorschijn
haalt.
"Wat ik nu ga doen, zullen jullie
onmiddellijk vergeten," begint Brian op een geheimzinnige
toon. "Als jullie aan dit voorval terugdenken, zullen
jullie worden geconfronteerd met een gapend gat in jullie
geheugen. Pas na het horen van een specifieke sleutelzin keren
alle herinneringen terug, maar die zin gebruik ik slechts
in geval van nood." De camera zoomt in op hoe Brian de
koffer opent. Wat daarna gebeurt, herinnert niemand zich.
In de productiestudio aan de andere kant van Manhattan kijkt
een verbaasde regisseur vragend naar zijn medewerkers. Zij
halen hun schouders op. 'Vast een graafmachine die een kabel
heeft geraakt,' denkt de producent.
Rond een uur of vier zit iedereen
weer achter de computer. Jeff Smith schuift aan bij Colleen.
"Zeg," schraapt Jeff zijn keel. "Ik kom net
uit de postkamer en het kopieerapparaat ziet eruit of het
met een slijptol is bewerkt. Jij was daar toch bij toen we
vanmiddag zo'n gescheld hoorden? Weet jij misschien wat er
aan de hand was?"
Een vage blik maakt zich van Colleen
meester. Het lijkt net of iets op het puntje van haar tong
ligt, maar telkens wegglipt op het moment dat ze het wil uitspreken.
"Volgens mij," probeert ze twijfelend, "ben
ik vandaag niet eens in de postkamer geweest." Brian,
die met gespitste oren heeft meegeluisterd, glimlacht en wrijft
tevreden over zijn zwarte koffertje.