Ben ik de enige die Colin Powell iets
schoolmeesterachtigs vond uitstralen? Toen ik aan het eind
van de middag de televisie aanzette en op zeker tien verschillende
zenders de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken voor
de klas zag staan, moest ik meteen terugdenken aan die arme
docent aan de universiteit die onder het toeziend oog van
vijfhonderd studenten anderhalf uur grote ruzie had met zijn
laptop. Tegen de tijd dat de beste man bijna aan zijn bretels
door de diaprojector heen werd getrokken, zijn we heel hard
naar de kantine gerend. Van de docent is daarna nooit meer
iets vernomen.
Powell had het wel beter voorbereid.
Zoals het een goed schoolmeester betaamt die inhoudelijk niets
te vertellen heeft, liet hij de wereld versteld staan met
zijn flitsende multimediapresentatie. Hij had een vrachtlading
aan 'overtuigende bewijzen' tegen Irak beloofd, maar kwam
niet veel verder dan wat vage satellietfoto's, grappige animaties
en een aantal onverstaanbare geluidsfragmenten. Zag er in
ieder geval strak uit en daar gaat het om. Nu weet men bij
de NASA waar het geld naartoe is gegaan dat op hun budget
is bezuinigd. De leden van de Veiligheidsraad maakten driftig
aantekeningen. Als één van de aanwezigen had
gevraagd of dit onderdeel verplicht was voor het tentamen,
was het beeld van de schoolbanken compleet geweest.
Ja, Powell is voorstander van zinvol
geweld tegen Irak. Laten we geen illusies koesteren, want
die oorlog komt er gewoon. Daar is Amerika ook wel aan toe.
Het is kwakkelen met de economie en het is kwakkelen met de
kijkcijfers en we weten allemaal dat een stevige oorlog het
ideale geneesmiddel voor beide problemen is. Wekenlang zal
de televisie veranderen in een soort GameBoy waarop we haarfijn
kunnen zien hoe een bom precies in dat ene kruisje wordt gedeponeerd
waarvan de ene kant beweert dat het een kernwapeninstallatie
is en waarvan de andere kant zegt dat het een ziekenhuis is.
En intussen zit Saddam glimlachend aan een kopje thee in een
geheime grot van Osama. Ze hebben hun arsenaal allang gestald
bij een Pakistaans vriendje.
Zouden ze in Irak ook stille tochten
kennen? Zo niet, dan mogen ze voor de komende oorlog helemaal
gratis zo'n tocht van ons lenen, want het loopt hier de laatste
jaren echt de spuigaten uit. Op een gegeven moment is bij
mij de tolerantiegrens voor stille tochten bereikt en sindsdien
kan ik die krengen niet meer uit elkaar halen. Is dit een
herhaling of niet? Ik vraag het tegenwoordig voor de zekerheid
altijd. Het lijkt allemaal op elkaar. Je hebt altijd die suffe
burgemeester, geflankeerd door de ouders van het slachtoffer
en daarachter het halve dorp dat camera's ruikt en stiekem
hoopt op een talentscout van Idols. Soms loopt voorop nog
zo'n oproerkraaier die met een grote megafoon in de hand een
oorverdovende stilte laat horen.
Misschien moet eens onderzoek worden
gedaan naar de vraag of een stille tocht agressie kan opwekken.
Ik denk dat het antwoord heel dicht in de buurt van een 'ja'
komt. Natuurlijk is het te debiel voor woorden dat een jochie
van dertien door zijn hoofd wordt geschoten, maar een stille
tocht is te braaf, te netjes, te burgerlijk, kortom, te Jan
Peter Balkenende.
Bovendien houdt het toch niet op,
want het zinloos geweld is overal. De ene dag wordt een tiener
neergeschoten omdat hij sneeuwballen gooit, de andere dag
wordt een echtpaar mishandeld omdat ze een opmerking maakten
over een groepje jongeren dat hen met sneeuwballen bekogelde.
Mijn buurmeisje van vijftien gaat de straat niet meer op zonder
haar kogelvrije vest. Een paar maanden geleden knoopte ik
in de bioscoop een gesprek aan met een meisje voor me en dat
heeft me leuk contact opgeleverd, maar voor hetzelfde geld
hadden zij en haar corpsvriendinnetjes me met hun hockeysticks
de zaal uit geramd. Ik ken mensen die nooit meer vreemden
aanspreken, uit angst voor een klap op hun bek. Als dat zo
doorgaat, wordt Nederland vanzelf één grote
stille tocht.
Eigenlijk jammer dat vandaag in Veiligheidsraad
niemand is opgestaan en een meegesmokkelde sneeuwbal in het
gezicht van een verbouwereerde Powell heeft gegooid. Daar
zit je dan met je onderscheidingen op je borst. Dat had ik
nou een mooi voorbeeld van zinvol geweld gevonden.